De 'jezuïetenpater' Luc Versteylen is overleden, hij is 93 jaar geworden. Dat is bevestigd aan Radio 2 Antwerpen. Versteylen stond aan de wieg van de milieubeweging in ons land en is vooral bekend als de oprichter van de beweging 'Anders gaan leven', voorloper van de politieke partij Agalev die evolueerde tot de huidige partij Groen. Hij was ook de oprichter van het alternatieve bezinningsoord 'Leven in de brouwerij' in een voormalige brouwerij in Viersel. In 2011 kwam hij in opspraak na enkele klachten over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het parket seponeerde die vanwege verjaring.
[Dat de Groenen nog steeds met hun 'pedo-verleden' worstelen, werd ook duidelijk toen activisten tegen seksueel kindermisbruik protesteerden toen bijvoorbeeld Daniel Cohn-Bendit de Theodor-Heuss-prijs kreeg uitgereikt voor "bijzondere democratische verdiensten".]
Link:
https://www.trouw.nl/nieuws/de-groenen-worstelen-met-hun-pedo-verleden~b0b27cf0/
Luc Versteylen was een van de grondleggers van de groene beweging in ons land. Hij stond in 1976 aan de wieg van de beweging 'Anders gaan leven'. Daaruit ontstond in 1979 de politieke partij Agalev. De naam is een samenraapsel van de beginletters van 'Anders gaan leven'. Omdat de letters van een partijnaam wettelijk een betekenis moeten hebben, staat Agalev officieel voor 'Anders Gaan Arbeiden, Leven En Vrijen'. Agalev evolueert later tot de huidige partij Groen. Groen-voorzitter Meyrem Almaci reageert via Twitter: "Zijn hele leven stond in het teken van engagement".
Pater Luc Versteylen is altijd een buitenbeentje geweest, als 'kloosterling', als leraar en en als groene activist. Terwijl hij nog lesgeeft aan het Xaveriuscollege in Borgerhout probeert hij leerlingen en sympathisanten al warm te maken voor natuurbehoud en wat 'andersglobalisering' wordt genoemd, thema’s die in die tijd nog niet vanzelfsprekend zijn.
Via de grootvader van een leerling krijgt Versteylen in 1970 de beschikking over een oude brouwerij in Viersel, een deelgemeente van Zandhoven in de Antwerpse Kempen. Hij sticht er een alternatief bezinningsoord met de naam 'Leven in de brouwerij'. Iedereen die wil, maar vooral jongeren en gezinnen, kan er 'bekomen van het jachtige leven van alledag om er hun diepste verlangens of angsten te delen, om er in soberheid, stilte en samenhorigheid samen te leven met anderen'.
In de Brouwerij in Viersel ontwikkelt pater Versteylen de techniek van de schrijfgesprekken. In het oude bakhuis zitten deelnemers in stilte in een kring. Ze schrijven hun meningen over actuele hete hangijzers of morele kwesties op een papiertje en geven het door, waarna de volgende in de kring er een reactie of een aanvulling aan toevoegt en het papiertje weer doorgeeft. Via die schrijfgesprekken kunnen jongeren ook hun onzekerheden rond hun ontluikende seksualiteit kwijt.
Omdat Versteylen de taal soms te ontoereikend en te hard vindt, bedenkt hij een eigensoortige nieuwe woordenschat, met name rond seksualiteit, onder meer in zijn boek 'De Paradijs Ervaring' uit 1982. Seks hebben is “innig zijn”, penetratie heet bij hem "de diepste draai nemen", masturberen wordt “hemelen” en voor een prostituée bedenkt hij de term "ledikantwerkster".
Bezoekers, ook adolescenten, wordt ook de mogelijkheid geboden om 'vrij' te zijn en elkaars lichaam te verkennen. Eerst via schrijfgesprekken in het bakhuis, maar wie dat wil kan zich afzonderen voor “zie- of ontdekfeesten”, typische termen die de jezuïetenpater gebruikt om seks zachter te benaderen.
Pater Versteylen is op dat moment ook een gewild spreker op pedagogische studiedagen in talloze katholieke middelbare scholen. Met deze metaforen en alternatieve bewoordingen geeft hij op een speelse wijze seksuele voorlichting, in een tijdsgeest waarin men een krampachtige benadering van seksualiteit achter zich wil laten[, met de pedofilie-crisis als resultaat].
In 2010 treedt Roger Vangheluwe af als bisschop van Brugge nadat bekend is geraakt dat hij zich jarenlang vergrepen heeft aan zijn minderjarige neef. In de nasleep van die affaire duiken ook klachten over seksueel misbruik op tegen pater Luc Versteylen en zijn levensgezellin Mieke Van Hoof.
Zelf ontkennen Versteylen en Van Hoof altijd met klem dat er ooit sprake zou geweest zijn van enig seksueel misbruik. Uit het onderzoek is volgens het parket wel gebleken dat de handelingen die in de brouwerij van Viersel gebeurden plaatsvonden in het kader van de seksuele ontplooiing van de bezoekers, maar dat dit door de vermeende slachtoffers anders werd ervaren, namelijk als een aantasting van hun persoonlijke en seksuele integriteit.
Het parket van Antwerpen bevestigt uiteindelijk dat de klachten van seksueel misbruik tegen pater Luc Versteylen en zijn levensgezellin Mieke Van Hoof verjaard zijn. De feiten zullen daarom niet worden voorgelegd aan een strafrechter.
Versteylen en de VRT nogmaals uit de bocht
Ook al vulde hij zijn roeping als 'priester' en 'kloosterling' op een geheel eigen manier in, Luc Versteylen is altijd trouw gebleven aan zijn engagement als 'jezuïet', aldus de vrtNWS.
[Kortom, er zijn 'slechte' pedofielen, maar er zijn ook 'goede' pedofielen. En er zijn 'slechte' collaborateurs, maar er zijn ook 'goede' collaborateurs. Ongelofelijk!]
Hij trad al in 1945 als achttienjarige in bij de paters Jezuïeten. In 1959 volgde zijn priesterwijding. Van 1961 tot 1973 gaf hij les aan het Xaveriuscollege in Borgerhout.
Over zijn jeugdjaren gaf hij in 2008 in de pers toe dat hij als zestienjarige lid geweest was van het Verdinaso [!!!], een autoritaire, met het fascisme verwante politieke groepering. Versteylen was naar eigen zeggen geen lid van het collaborerende deel van Verdinaso, maar wel van het "geheime deel", dat in het verzet tegen de Duitsers stond.
Door zijn eigenzinnige levenswandel kwam hij als 'jezuïet' vaak in conflict met zijn oversten, maar het is nooit tot een breuk gekomen [Neen, dat lag aan de lakse houding van de top van de jezuïeten zélf! Ook zij zijn helemaal de 'weg' kwijt op hun tocht richting hel!]. Hij had meer dan 50 jaar een relatie met zijn levensgezellin Mieke Van Hoof, maar heeft altijd gezegd dat hij nooit de perken van zijn religieuze geloften (waaronder kuisheid) te buiten is gegaan. ['Goede' leugens bestaan niet!]
Op een bepaald moment kwam er wel een einde aan zijn opdracht als leraar, en tijdens de zaak over het mogelijk seksueel misbruik werd hem ook een spreekverbod opgelegd door de orde. Versteylen heeft zich altijd scrupuleus aan die afspraken gehouden. [Lachwekkend! Versteylen was gewoon een apostaat én géén lid meer van de Katholieke Kerk! Dit is géén oordeel, maar wel een vaststelling op basis van de feiten!]
Bron: vrtNWS
6 opmerkingen:
Tijdens een bezinning op de middelbare school had de godsdienstleerkracht ook zo een schrijfgesprek gehouden, wat snel ontaardde in een vechtpartij. Letterlijk, blauwe ogen tot gevolg.
Zo een schrijfgesprek is een totale invasie op de persoonlijke sfeer. Het is een soort psychlogische verkrachting en er is een verschil tussen een verkrachting in de privesfeer of een massaverkrachting in het openbaar (zoals het schrijfgesprek). Allebei zijn verkrachtingen, maar het ene is nog vernietigender dan het andere.
En dan stond de catechist nog verwonderd ook. Het kon er bij hem niet in dat het slachtoffer zich verdedigde over hetgeen er over hem geschreven was.
Uiteindelijk zijn woorden het eerste wapen dat in een gewapend conflict getrokken worden, en vuisten zijn ook een vorm van communicatie.
Gelukkig heeft de school toen opgegeven onze klas te bezinnen. We hebben nooit geen bezinning meer gehad.
Een paar bemerkingen:
1. Zoals reeds aan zijn voornamen te zie, stamde Versteylen uit de franskiljonse burgerij van Antwerpen: " Luc Benoît Valérie Jean Laurent Marie".
2. Versteylens "lidmaatschap" bij het Verdinaso alias de jeugdorganisatie daarvan kan niet veel betekend hebben.
Van oorsprong fascistisch geînspireerd, zeer sterk op Joris Van Severen gecentreerd, die zijn beweging zeer veel koersveranderingen oplegde, het vlaamse cachet nooit toonde- en vanaf 1935 "bourgondisch" /"grootbelgisch" werd, zakte de Verdinasobeweging als een pudding in mekaar na de moord op Van Severen in Mei 1940.
De leden verdwenen in alle richtingen, van intrede in het verzet tot extreme collaboratie.
Versteylen was in 1940 eerst 13 jaar- daar zal wel veel gekleurde fantasie bij zijn "herinneringen" geweeest zijn.
3. In 1959 en 1960 werden bij de vlaamse jezuîeten historisch enorme jaargangen opgenomen:
ca. 30 personen- dwz. in 1 (één) jaar toendertijd meer jezuîeten als na het 2eVaticaans Concilie in 30 jaar tijd!
versteylen had bij zijn jezuîeten-confraters en bij de leiding steeds een zeer critische stand.
4. Onvergetelijk Versteylens perikelen in de jaren '70 met zijn goedmenselijke hulp voor zigeuners (destijds in de pers sterk besproken):
Versteylen pachtte met gulle giften een weide, die hij zigeuners ten verblijve ter beschikking stelde.
De zigeunerkinderen schoten met blaaspijpen metaalkogeltjes naar de koeien, die op de naburige weide graasten, vooral naar de uiers; zware uierontstekingen ten gevolge, met noodslachtingen, politieonderzoeken en met veterinairpathologische onderzoekingen, en dan natuurlijk protest bij de jezuîetenoversten.
Zeer slecht geluimd moesten de jezuîeten-oversten dan de boeren schadevergoeding betalen: een koe, nog een koe, een derde koe,...
Het vele geld dat Versteylen verzameld had voor de zigeuners werd dan eerst gebruikt om de gekwetste en dode koeien te betalen, problemen met de dierenbescherming, enz. enz.
Het "gutmenschen"experiment van Versteylen voor de zigeuners werd dan gestopt en Luc V. verlegde zijn interesse dan maar op de groene politiek, op de sexbevrijding en op de mensen: dat was minder gevaarlijk.
Buitengekeken bij de jezuîeten landde hij dan bij zijn levensgezellin, die uitvoerig interviews aan de Gazet van Antwerpen gaf.
5. Wat er in de "Oude Brouwerij" van Viersel gebeurde, is zeer onduidelijk.
Een hoop knettergekken en knettergekkinnen, veel natuur en 30 jaar later kon Versteylen niet uitsluiten dat bij mooi zomerweer 's avonds de één of de andere in Adamskostuum in een poel gesprongen was en misschien ook iemand andrs in Evakostuum.
"Tarzan en Jane in het Antwerpse": onnozeliteit puur.
"Arm Vlaanderen!" (sic P. Stracke SI, een oude zeer serieuze jezuîet)
Luc Versteylen was de eerste jezuîet die met instemming van de oversten van de jezuîetenorde officieel "in houwelycken staet" leefde.
Zijn levensgezellin, "een plezante madam" (om Jan Jambon bij de karakterisering van zijn nieuwe partnerin te citeren LOL) , nodigde extra de "Gazet van Antwepen" op de koffie met koekjes voor een interview uit en Luc V. zat daar ook nog in zijn viltsloefen alias pantoffels...
Ik heb destijds de jezuîeten over het geval gepolst (vrienden kan men kiezen, de familie niet) maar ze hadden daarover zeer dunne en zwijgzame lippen ;-)
Spijtig, want het katholieke buitenland was zeer geînteresser voor deze merkwaardige geschiedenis.
In elk geval: goed archiveren!
@ Vorige Anoniem,
U wijst ook weer op vele interessante punten. Wat mij nog steeds niet duidelijk is, betreft de record-cijfers qua 'roepingen' in de jaren '50 en '60. De hoogste aantallen werden bereikt net voor het Concilie en dan tijdens het Concilie de plotse en totale ineenstorting. Hoe is zoiets mogelijk? Waarom waren er net toen zoveel roepingen?
Aan @The Guardian Angel:
De jezuîeten krijgen een zeer lange en gediversifieerde opleiding.
De uiteindelijke opname en wijding tot priester geschiedde in de 2e helft van de 19e en in de 20e eeuw op de leeftijd van ongeveer 31-32 jaar.
De foto's van de wijddelingen-jezuîeten van 1959 en 196o tonen elk ca. 30 confratres in soutane.
Ingetreden zijn ze in 1944-1946: opgevoed in diepchristelijk katholiek milieu, met de ervaring van de wereldoorlog met zijn vele doden, levensgevaar, gekwetsten en zieken, geînspireerd door hoge idealen, bijzondr voor hun volk (de jezuîeten waren de meest vlaamsgezinde orde- reeds met een noordbelgische provincie vóór de tweede wereldoorlog) en niet zelden met de revaring van bijtende repressie.
Enige oudere en serieuze paters stelden zich vrijwillig als gijzelaar voor een elders verblijvende aspirant, die opgehaald werd en niet ter plekke was.
Achteraf kwamen vele van de ex-gevangen jezuîeten dan eerst in het buitenland onder.
Zeer veel kwaliteit- en spijtig genoeg: veel hoogmoed.
Het 2e Vaticaans concilie - de facto een cultuurrevolutie- brak hen de nek.
Het aantal roepingen ging plots om 90% terug, de seminaries liepen 1965-1967 helemaal leeg, één derde van de jezuîeten verliet de orde.
Militair gezien: de jezuîetenorde was tot in zijn fundamenten geschokt en op lange termijn ten dode opgeschreven.
De jezuîetenbroedrs zijn quasi totaal verdwenen (vaststelling PG + Alfonso Nicolas SI), de vergrote vernieuwing met bezinningscentra enz. verliep in het zand, Drongen werd opgeheven, de noordbelgische provincie eerst met de nederlandse en weldra met de "germaanse"(D, AU, Skandinaviê, Zwitserland en Ijsland enz.) gefusioneerd en Heverlee tot een rusthuis met verpleegafdeling omgebouwd.
De jezuîeten hebben geen interesse voor hun eigen roemrijk verleden- de orde smelt, ook door corona, als sneeuw voor de zon.
Nog erger: inhoudelijk leeg en/of diabolisch-stupide.
Een harde vaststelling.
In de diocesane seminaries (opleiding 6 jaar) wed 1955 het hoogste aantal intredes in het seminarie bereikt; sedertdien continu teruggang.
Zoals Frankrijk toont:het is alleen de traditie, die daar anders vaart.
Een reactie posten