zondag 12 april 2020
Prinses Marie-José van België bracht op 12 april 1942 een bezoek aan het Sant'Anna-klooster in Foggia waar ze Pater Pio ontmoette
Marie-José van Saksen Coburg-Gotha, beter bekend als Maria-José van België, echtgenote van Umberto II van Savoye, was de laatste koningin-gemalin van Italië vóór de proclamatie van de Republiek. Zij was de vrouw van de laatste koning van Italië, Umberto, die slechts zeer kort regeerde (van 9 mei tot 10 juni 1946).
Maria-José arriveerde in de Sant'Anna-kerk en woonde de Heilige Mis van Pater Pio bij, continu op haar knieën gezeten. Na de Mis had zij een privé-ontmoeting met Pater Pio. Maar, eerst liet Pater Pio haar wachten omdat hij twee vrouwen van 'nederige' afkomst moest biechten. Pater Pio was vriendelijk voor iedereen, zelfs voor belangrijke mensen. Hij heette iedereen welkom op dezelfde manier.
De kroniekschrijver van het klooster merkte op, dat de prinses haar handtekening in het bezoekersregister zette. Op uitdrukkelijke wens van de prinses zijn in de tuin van het klooster twee foto's gemaakt: een groepsfoto en één met de prinses en Padre Pio. Pater Pio wilde eigenlijk niet gefotografeerd worden om politieke manipulatie door de pers te vermijden. Op verzoek van de provinciaal-overste liet hij zich toch fotograferen.
Om 13.00 uur vertrok prinses Maria-José terug naar het centrum van Foggia. Ze verklaarde dat ze erg blij was met het bezoek en beloofde terug te keren met haar man. Deze belofte werd nooit waargemaakt, aangezien Umberto II na de oorlog in ballingschap werd gestuurd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten