BREAKING NEWS

News Ticker --- 31-12-2022 SEDE VACANTE 31 DECEMBER 2022 --- Einde berichten ---

woensdag 4 november 2020

De pest in Milaan en de Heilige Carolus Borromeus
























Heilige Missen afschaffen vanwege het coronavirus? Daar deed de Heilige Carolus Borromeus, patroonheilige van de bisschoppen, niet aan mee. In het licht van de verschrikkelijke pest van 1576-1577 in Milaan verweet hij de burgerlijke autoriteiten dat ze géén goddelijke hulp inriepen. De Heilige Carolus Borromeus bezocht de zieken, riep priesters van buiten de stad om de Sacramenten te komen bedienen, organiseerde openbare processies en Heilige missen in de open lucht. Het was een teken van geloof, hoop en naastenliefde, dat lichamelijke verlichting bracht, maar de redding van zielen op de eerste plaats stelde.

De pest die Milaan in 1576-1577 trof, had een sterftecijfer dat veel hoger was dan Covid-19, maar gedurende de hele duur van de epidemie drong de Heilige Carolus Borromeus er bij zijn priesters, de burgerlijke autoriteiten en alle mensen op aan om te bidden, boete te doen, en deel te nemen aan de Heilige Missen, ervan overtuigd zijnde, dat opkijken naar God, vragen om Zijn genade, de eerste en onmisbare remedie was om de epidemie te stoppen.

Uit het door Bascapè geschreven leven van de Heilige Carolus Borromeus weten we dat, de eerste gevallen van pest, ondanks de vele bewakers die voor dit doel bij de poorten van Milaan waren gestationeerd, eind juli 1576 in de stad waren opgedoken. De magistraten probeerden het toezicht te verstrengen, maar opereerden chaotisch. De Heilige Carolus Borromeus, die in de pest een goddelijke straf voor de zonden van de mensen zag, besefte dat de autoriteiten, hoewel ze zo ijverig op zoek waren naar menselijke remedies, er niet voor zorgden om, zoals ze zouden moeten doen, goddelijke hulp in te roepen.

Eind september, slechts twee maanden na de eerste gevallen, vielen er in Milaan 6.000 doden door de pest. In diezelfde maand maakte de heilige zijn testament, waarbij hij zijn bezittingen naliet aan het Ospedale Maggiore en aan kerken. De ligging van het Ospedale Maggiore was indrukwekkend, vlakbij de huidige Porta Venezia en vlakbij de oude kapel van San Gregorio. In het hospitaal zélf werden de zieken - vooral in de eerste fase van de epidemie - bijna volledig aan hun lot overgelaten. Ze moesten voor elkaar zorgen.

De Heilige Carolus Borromeus - San Carlo - deed alles wat hij kon om in de lichamelijke behoeften van de slachtoffers van de pest te voorzien. Op het hoogtepunt van de epidemie voedde hij tot 70.000 zieken per dag. Daartoe verzamelde hij aalmoezen in de stad en daarbuiten. Maar, zijn grootste zorg was het gebrek aan spirituele bijstand en troost en de verwaarlozing van de redding van de ziel. Bascapè, toen een diaken, getuigt in dit verband dat hij persoonlijk getuige was van een zeer triestige scène toen hij San Carlo vergezelde tot aan het lazaretto. Lopend aan de buitenkant, zag en hoorde de heilige de wanhoop van de zieken, onder hen waren er die klaagden over het gebrek aan geestelijke bijstand. Aangezien ze geen andere hulp hadden - begonnen ze te schreeuwen: "Geef ons, Vader, tenminste uw zegen!"

San Carlo organiseerde openbare processies, die in de eerste dagen van oktober werden gehouden, nadat hij de mensen met een brief had aangespoord om in grote aantallen te komen en mee te vasten. De eerste processie vertrok aan de kathedraal en ging tot aan de basiliek van Sant'Ambrogio. De bisschop droeg een groot kruis waarin het relikwie van de heilige spijker was gestoken. Voordat hij vertrok, legde San Carlo elk van de deelnemers de assen op om het boeteaspect van de processie te onderstrepen. Op blote voeten, met een paarse mantel, een kap over zijn hoofd en een touw om zijn nek, leidde San Carlo de processie met zijn ogen altijd op het kruis gericht. De kanunniken waren gekleed zoals hij, en veel priesters en leken liepen ook blootsvoets, met een touw om hun nek en kleine kruisen in hun handen. Aan het einde van die processie spoorde hij de mensen aan om oprecht berouw te hebben en hun gedrag te beteren.

Toen kwam de algemene quarantaine die door de magistraten was bevolen. De mensen mochten hun eigen huis niet meer verlaten! Voordat de quarantaine begon, vroeg hij de Milanese bevolking in een brief om die 40 dagen te leven zoals de Heilige Schrift leert, in een geest van boete. Bovendien nodigde hij iedereen uit om te biechten en de Eucharistie te ontvangen vóór de door de autoriteiten vastgestelde dag.

De Spaanse gouverneur en alle bestuurders vluchtten de stad uit. San Carlo daarentegen verplichtte elke priester, monnik en non te blijven teneinde de pestlijders bij te staan en gaf zelf dag na dag het voorbeeld. In die tijd organiseerde San Carlo, zich bewust zijnde van de eeuwige waarde van de Heilige Mis, de eucharistievieringen in open lucht en probeerde hij om van heel Milaan een stad van gebed te maken.

Op verschillende punten van de stad, die het meest geschikt en zichtbaar waren, zodat het grootst mogelijke aantal mensen door de deuren en ramen de Heilige Mis konden bijwonen, liet hij mooie en praktische altaren bouwen voor de viering van de Heilige Mis. Een reeks priesters moest elke dag het Heilig Misoffer op die open lucht altaren opdragen en de mensen ook de Heilige Communie bezorgen. Voor de deuren van de huizen werden de communiebanken neergezet, zodanig dat de gelovigen hun huis niet moesten verlaten. San Carlo vervulde zelf ook die priesterlijke functie. Hij stuurde ook priesters naar de verschillende huizen, zodat ze, zittend op een krukje aan de deur - op gepaste afstand - de biecht konden afnemen. Bovendien luidde de hoofdklok van de Duomo zeven keer per dag. Bij dat geluid moesten alle gelovigen een litanie en de psalmen reciteren, die in het speciaal gepubliceerde boekje waren opgenomen. Elk plein van de stad werd omgevormd in een soort van priesterkoor. Die devote praktijk was ontroerend.

Aanvankelijk stond San Carlo positief ten overstaan van de quarantaine, maar geconfronteerd met het vooruitzicht van een verlenging, protesteerde de Heilige bij de Spaanse gouverneur, die zijn toevlucht had gezocht in Vigevano. In elk geval zette San Carlo zijn onvermoeibare pastorale activiteit voort, die hem ertoe bracht om naar elke plaats in de stad te gaan om troost te brengen aan de mensen. Dit vertrouwen van de mensen in hun bisschop en zijn vaderschap betekende dat de menigte, elke keer dat de heilige zijn paleis verliet, zich om hem heen verdrong. Bij het bezoeken van de zieken informeerde hij eerst uitvoerig naar de geestelijke toestand, en pas daarna naar de lichamelijke gezondheid.

Met zijn liefdadigheid bracht San Carlo geloof en hoop over op de bevolking, door hen op te leiden om allereerst naar God te kijken. De epidemie hield op in juli 1577. Van zodra de epidemie voorbij was, klaagde de gouverneur hem in Madrid en Rome aan wegens overtreding van gemeentelijke voorschriften, maar nu maakte de steun van het volk San Carlo onaantastbaar.

Later, in een herdenkingsdienst, mediterend over de genade van God die alles toestaat en werkt voor het grotere goed van Zijn kinderen, schreef hij: 'Hij heeft ons verwond en genezen. Hij heeft ons gegeseld en genezen. Hij legde Zijn hand op de roede van de straf en bood de staf ter ondersteuning aan.

San Carlo zou nog 8 jaar blijven leven, voordat de kracht hem verliet. Zijn dood voorvoelend kroop hij ’s nachts uit bed om op zijn stenen kamervloer te sterven. Daar vond men hem in de ochtend van 4 november 1584. Na zijn dood werd San Carlo bijgezet in de crypte van de dom in Milaan. In 1610 volgde zijn heiligverklaring. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen de pest. Hij wordt afgebeeld als kardinaal (rode mantel en platte ronde kardinaalshoed); vaak is hij in gebed of reikt hij de Heilige Communie uit aan pestlijders...

Het spreekt voor zich, dat de huidige aartsbisschop van Milaan - Mario Delpini - de Cripta di San Carlo onder het hoofdaltaar van de dom van Milaan naar aanleiding van de coronacrisis heeft laten sluiten. De gelovigen mogen de crypte niet bezoeken om er te bidden! Wie ziek is mag de kathedraal van Milaan sowieso niet binnen. We leven echt in een omgekeerde, satanische wereld waarin de meeste bisschoppen zich aan zijde van de Kinderen der Duisternis hebben geschaard!

De Curolo di San Carlo onder het hoofdaltaar van de dom van Milaan,
waarin sinds de 17de eeuw de overblijfselen
van de Heilige Milanese Aartsbisschop worden bewaard.

Sinds het begin van de coronacrisis zijn de gelovigen hier niet meer welkom!
Met 'dank' aan aartsbisschop Mario Delpini!


We vragen de tussenkomst van San Carlo,
zodanig dat op zijn voorspraak
ons geloof en dat van de bisschoppen waarvan hij beschermheer is,
nieuw leven wordt ingeblazen.


 

 

 

 

 

 


Geen opmerkingen:

S.E. Mons. Mario OLIVERI - Vescovo emerito di Albenga-Imperia

S.E. Mons. Mario OLIVERI - Vescovo emerito di Albenga-Imperia

We Stand In Support of Padre Stefano Manelli

We Stand In Support of Padre Stefano Manelli

Paus Benedictus XVI

Paus Benedictus XVI

Een meditatie over het Heilig Misoffer

2 Timoteüs 2:3 Neem ook uw aandeel in het lijden als een goed krijgsknecht van Christus Jezus

2 Timoteüs 2:3  Neem ook uw aandeel in het lijden als een goed krijgsknecht van Christus Jezus
-------- “Wij zijn de zonen van de Kruisvaarders en we zullen niet terugdeinzen voor de zonen van Voltaire.” -------- -------- “We are the sons of the Crusaders and we shall not recoil before the sons of Voltaire.” ------------------------- -------- “Noi siamo i figli dei Crociati e non indietreggeremo davanti ai figli di Voltaire!” ---------------------------------