De UNO en de 'nieuwe' rechten
De antigezinstendensen drukken zich ook door in de wereldorganisatie. De jongste conferenties van de UNO hebben ook de traditionele betekenis van het gezin in vraag gesteld. In art. 16 van de oorspronkelijke verklaring van de rechten van de mens in 1948 luidde het nog: "Het gezin is een natuurlijke en fundamentele cel van de samenleving. Het heeft recht op bescherming van de maatschappij en staat".
De oorsprong van dit artikel is duidelijk, evenals zijn betekenis. Het gezin was de hoeksteen van de maatschappij. Het gaat om het traditioneel gezin, monogaam en tussen man en vrouw. In deze verklaring wordt het woord 'gezin' steeds in dezelfde betekenis gebruikt.
Sedert de conferentie van Peking in 1995 is de betekenis van het gezin ook ondermijnd. De UNO probeert allerhande samenlevingsvormen onder het woord 'gezin' onder te brengen. Het gaat om homoseksuele en lesbische gezinnen, om hersamengestelde gezinnen, om éénoudergezinnen en allicht wacht men nog op de incestueuse of pedofiele gezinnen.
Veel vergaderingen die na 1995 werden georganiseerd door de UNO en haar vele nevenorganisaties, benadrukken steeds meer de nefaste rol die deze organismen en ook de niet-gouvernementele organisaties rond het gezin spelen. Het begint met de omkering van het begrip. Het woord 'gezin' is dubbelzinnig en de betekenis ervan verandert naargelang de belangen die men wil verdedigen. Het woord krijgt nu vele betekenissen en dit is het rechtstreeks gevolg van het nieuw begrip 'mensenrechten'.
Deze nieuwe mensenrechten zijn zoals ook hiervoor al werd geschreven eigenlijk het individualisme. Daardoor wordt het gezin ook in de UNO omklemd. Want het klassieke gezin is de plaats waar men eigenlijk een samenleving opbouwt die openstaat voor het leven. Het gezin is ook de ruimte voor de solidariteit en de wederzijdse afhankelijkheid en trouw. Het is de school van de onbaatzuchtigheid.
Het spreekt voor zich dat wanneer de UNO een homoseksueel koppel beschrijft als 'gezin', dat dit duidelijk niet hetzelfde is. De UNO geeft hier toe aan pure individuele verlangens van een koppel. Maar daardoor komt geen nieuwe sociale werkelijkheid. Er wordt geen gezin gesticht en zij hebben geen enkele natuurlijke capaciteit om het leven door te geven. Zij komen dan enkel overeen over een voorwaardelijk samenleven. Het verstoten of het verbreken is reeds vanaf het begin als mogelijkheid ingebakken.
Daardoor steunt de UNO de staten die reeds lang bezig zijn met de ondermijning van het gezin en hiervoor de ongebreidelde vrijheid van het individu vleien. In dezelfde beweging verzwakt de UNO de gezinsbanden en vergroot het risico van verdere uitsluiting en armoede.
Bron: Michel Schooyans
In 'Nucleus'
Jaargang 11, nr. 10
December 2000
Geen opmerkingen:
Een reactie posten