In de brief aan alle bisschoppen van de Katholieke Kerk die Benedictus XVI stuurde op 7 juli 2007 gelijk met het Motu Proprio Summorum Pontificum, legde de Paus de volgende belangrijke verklaring af: "In de geschiedenis van de liturgie is er groei en vooruitgang maar geen breuk. Wat voor vorige generaties heilig was, blijft heilig en groots voor ons." Door dit te zeggen sprak de Paus het fundamentele uitgangspunt betreffende de liturgie uit dat het Concilie van Trente, Paus Pius XII en het Tweede Vaticaans Concilie steeds hadden geleerd.
Als we onbevooroordeeld en objectief kijken naar de liturgische praktijk van de overgrote meerderheid van kerken in de katholieke wereld waar de gewone vorm van de Romeinse ritus wordt gebruikt, kan niemand in eerlijkheid ontkennen dat de zes voornoemde liturgische principes van Vaticanum II nooit of nauwelijks zijn gerespecteerd, ondanks de onjuiste bewering dat dit de liturgische praktijk is die het Tweede Vaticaans Concilie wenste. Er is een zeker aantal concrete aspecten van de huidige heersende liturgische praktijk in de gewone ritus die een ware breuk vormen met een onveranderlijke en millenniumoude liturgische praktijk.
Hiermee bedoel ik de vijf liturgische gebruiken die ik in het kort zal noemen; zij kunnen worden aangeduid als de vijf wonden van het liturgisch mystieke lichaam van Christus. Het zijn wonden want ze komen neer op een gewelddadige breuk met het verleden, omdat zij het offerkarakter (dat in feite het centrale en essentiële karakter van de Mis is) bagatelliseren en de maaltijdgedachte naar voren schuiven. Dit alles vermindert de uiterlijke tekenen van de goddelijke aanbidding, want het doet de hemelse en eeuwige dimensie van het mysterie in veel mindere mate naar voren komen.
De vijf wonden (behalve de nieuwe offerandegebeden) nu zijn die welke niet zijn voorzien in de gewone vorm van de ritus van de Mis, maar die op betreurenswaardige wijze in praktijk zijn gebracht.
1. De eerste en meest voor de hand liggende wonde is de viering van het Misoffer waarin de priester met zijn gezicht naar de gelovigen staat, vooral tijdens het Eucharistisch Gebed en de Consecratie, het hoogste en heiligste moment van de aanbidding welke God toekomt. Deze uiterlijke vorm komt uit de aard der zaak meer overeen met de manier waarop iemand voor de klas staat of aan een maaltijd deelneemt. We zitten in een gesloten cirkel. En deze vorm conformeert zich absoluut niet met het moment van gebed, nog minder met die van aanbidding. En Vaticanum II heeft deze vorm echter geenszins gewild, noch is ze ooit aanbevolen door het leergezag van de pausen sinds het Concilie.
Paus Benedictus schreef in het voorwoord van het eerste deel van zijn verzamelde werken: "Het idee dat de priester en het volk in gebed naar elkaar moeten kijken, is pas ontsproten in de moderne tijd en is volledig vreemd is aan het klassieke christendom. Feitelijk richten de priester en het volk hun gebed niet tot elkaar, maar richten ze zich samen tot de ene Heer. Om die reden kijken ze tijdens het gebed in dezelfde richting, ofwel naar het oosten als het kosmische symbool van de terugkeer van de Heer, of waar dit niet mogelijk is, naar een beeld van Christus in de absis, in de richting van een kruis, of gewoon naar boven. "
De vorm van de viering waarin allen hun blik keren in dezelfde richting (conversi ad orientam, ad Crucem, ad Dominum) wordt zelfs vermeld in de rubrieken van de nieuwe ritus van de Mis (zie Ordo Missae, 25, 133, 134). De zogenaamde 'versus populum viering' komt in ieder geval niet overeen met de denkbeelden over de heilige Liturgie, zoals vermeld in de verklaring van Sacrosanctum Concilium, 2 en 8.
2. De tweede wonde is de communie in de hand die nu bijna over de hele wereld is verspreid. Niet alleen werd deze manier van ontvangen van de heilige communie op geen enkele wijze genoemd door de concilievaders van Vaticanum II, maar werd in feite geïntroduceerd door een aantal bisschoppen in ongehoorzaamheid aan de Heilige Stoel en in weerwil van de negatieve meerderheid van stemmen door de bisschoppen in 1968. Paus Paulus VI legitimeerde het pas later, met tegenzin, en onder bepaalde voorwaarden.
Sinds Sacramentsdag 2008 deelt paus Benedictus XVI de communie aan de neergeknielde gelovigen op hun tong uit, zowel in Rome als ook in alle plaatselijke kerken die hij bezoekt. Hij laat zo dus aan de gehele Kerk een duidelijk voorbeeld zien van praktisch leergezag in een liturgische kwestie. Aangezien de gekwalificeerde meerderheid van de bisschoppen drie jaar na het Concilie de communie in de hand weigerde als iets schadelijk, hoeveel te meer zouden de concilievaders dat hebben gedaan!
3. De derde wonde is de nieuwe offerandegebeden. Ze zijn een geheel nieuwe creatie en zijn nooit gebruikt in de Kerk. Ze drukken minder het mysterie van het kruisoffer uit en benadrukken meer de maaltijdgedachte; ze herinneren aan de gebeden van de joodse sabbatmaaltijd. In de meer dan duizend jaar oude traditie van de Kerk, zowel in Oost en West, zijn de offerandegebeden altijd uitdrukkelijk gericht geweest op het mysterie van het kruisoffer. Zie bijvoorbeeld Paul Tirot, Histoire des prières d'offertoire dans la Liturgie romaine du VIIème au XVIème siècle (Rome, 1985). Het lijdt geen twijfel dat een dergelijke volstrekt nieuwe creatie in tegenspraak is met de duidelijke formulering van het Tweede Vaticaans Concilie: "Innovationes ne fiant. . . novae formae ex formis iam exstantibus organice crescant" (Sacrosanctum Concilium, 23).
4. De vierde wonde is het totaal verdwijnen van het Latijn in de overgrote meerderheid van eucharistievieringen in de gewone vorm in alle katholieke landen. Dit is een directe inbreuk op de besluiten van Vaticanum II.
5. De vijfde wonde is de uitoefening van de liturgische functies van lector en acoliet door vrouwen, alsmede het uitoefenen van deze functies in lekenkleding waarbij men tijdens de Heilige Mis het priesterkoor opkomt rechtstreeks vanuit de ruimte die voorbehouden is aan de gelovigen. Deze gewoonte heeft nooit bestaan in de Kerk of is in ieder geval nooit gewenst. Ze verleent aan de viering van de Katholieke Mis het uiterlijk karakter van informaliteit, het karakter en de stijl van een nogal profane samenkomst. Het Tweede Concilie van Nicea verbood al in 787 deze praktijken toen het de volgende canon vastlegde: "Als iemand niet gewijd is, is het hem niet toegestaan om de lezing te doen vanaf de ambo tijdens de heilige liturgie" (can.14). Deze norm is onophoudelijk gevolgd in de Kerk. Alleen subdiakens en lectoren mochten de lezing doen tijdens de Misliturgie. Als lectoren en acolieten ontbreken, kunnen mannen of jongens in de liturgische gewaden dit doen, geen vrouwen, aangezien het mannelijke geslacht symbool staat voor de laatste schakel naar de lagere wijdingen voorafgaand aan de niet-sacramentele wijding van de lectoren en acolieten.
De teksten van Vaticanum II noemen nergens het afschaffen van de lagere wijdingen en van het subdiaconaat of de invoering van nieuwe bedieningen. In Sacrosanctum Concilium nr. 28 maakt het Concilie een onderscheid tussen de bedienaar en de gelovige tijdens de liturgieviering en bepaalt dat ieder slechts datgene mag doen wat hem uit de aard der zaak toekomt. Nr. 29 noemt de "ministrantes", dat zijn de misdienaars die niet gewijd zijn. In tegenstelling tot hen die overeenkomstig de juridische termen in die tijd, de "ministri," zijn, dat wil zeggen zij die een wijding hebben ontvangen hetzij de hogere of de lagere.
Bron: Katholiek Nieuwsblad
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Ik vrees dat de "nieuwe Mis" nu zo ingeburgerd is, dat het terugdraaien van de klok waarschijnlijk een demotiverend effect zou hebben op de laatste praktizerende gelovigen. We hebben al genoeg "hervormingen" gezien en trop is teveel.
Beste,
Ik ben zeer gelovig, ga iedere week naar de mis. Maar hetgeen die bisschop hier schrijft kan ik niet volgen. Zich karmpachtig vastklampen aan de traditie zal geen zoden aan de dijk brengen. Ik denk dat er dringend een nieuw concilie nodig is en dat echt voor vernieuwing gaat in de kerk en niet voor het halfslachtige van het tweede Vaticaans concilie.
@ vorige Anoniem,
Hetgeen de bisschop zegt, zijn net de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie.
Een reactie posten