Op 9 december 1531 verscheen de Heilige Maagd Maria aan Juan Diego. Juan Diego was een arme, bescheiden boer die onlangs was bekeerd tot het Katholieke Geloof. Maria was gehuld in indiaanse kledij en sprak met hem in de oorspronkelijke taal van de Azteken, het Nahuatl.
Onze-Lieve-Vrouw vroeg aan Juan Diego om de lokale bisschop te vragen een basiliek te bouwen op die plek zodat zij de verhalen van de arme Mexicanen kon horen en hun pijn kon helen. Drie dagen volgden waarin de bisschop vroeg om een teken van Maria’s verschijning aan Juan Diego. Ze gaf hem de mooiste bloemen op een plek waar in die tijd van het jaar geen planten groeiden, ze genas de doodzieke oom van Juan Diego en liet haar beeltenis achter in zijn mantel gemaakt van cactusplanten. De bisschop was overtuigd en de basiliek werd gebouwd.
Maria refereerde naar zichzelf als Coatlaxopeuh, wat uitgesproken wordt als Quatlasupe en klinkt als het Spaanse Guadalupe, dat verwijst naar Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe in Extremadura; namelijk de Zwarte Madonna van Guadalupe of de Hispaniarum Regina. Het Azteekse woord Coatlaxopeuh betekent ‘Zij die de slang verpletterde’.
Sindsdien is 12 december, de dag waarop de bisschop besloot de basiliek te bouwen, de belangrijkste religieuze feestdag van Mexico. Iedere jaar komen miljoenen pelgrims hun dankbaarheid tonen aan de Heilige Maagd in de Basiliek van Guadalupe, die nu wordt omsloten door Mexico-Stad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten