vrijdag 22 juli 2011
Vexilla regis prodeunt
Vexilla regis prodeunt
Des konings vaandels gaan vooraan,
’t geheim des kruises grijpt ons aan,
dat op het schandhout uitgespreid
de Schepper als een schepsel lijdt.
Zijn handen heeft Hij uitgestrekt,
zijn voeten zijn met bloed bedekt;
opdat Hij ons ter hulpe kwam
is Hij geofferd als een lam.
Het harde ijzer van de speer
stak in de zijde van de Heer,
opdat het water en het bloed
ons reinigde in overvloed.
Wat David in zijn vrome lied
voorspeld heeft, dat is nu geschied.
Hij heeft de volkeren geleerd
dat God vanaf het hout regeert.
Hoe moogt gij, boom, zo blinkend staan
met ’t koninklijke purper aan?
O stam, het heeft de Heer behaagd
dat gij zijn heilig lichaam draagt!
O zalig aan wiens takken breed
het schoonste dat de wereld weet
als aan een waag gewogen is,
geheven uit de duisternis.
Wat heeft uw schors een zoete stroom
van geur verspreid, o levensboom.
Gij draagt als rijpe vrucht de Heer,
gij draagt de kroon van lof en eer.
Ik groet u, altaar, groet u, lam,
dat ’t heerlijk lijden op zich nam,
waar ’t leven mee de dood bedwingt,
als ’t leven uit de dood ontspringt.
O kruis, u groet ik, want gij zijt
mijn hoop in deze lijdenstijd.
Geef vrolijkheid wie u vertrouwt
genade, wie zijn kwaad berouwt.
U brenge al wat leeft de eer,
Drievuldigheid, o ene Heer,
die ons door ’t kruisgeheim bevrijdt,
regeer ons tot in eeuwigheid.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten