Tijdens de algemene audiëntie van vandaag (24-09-2025) gaf Robert Francis Prevost een psychologische interpretatie van de Nederdaling ter Helle van Jezus Christus en kaderde deze binnen de huidige therapeutische cultuur. Volgens 'Leo' gaat de afdaling naar de Helle niet alleen over het verleden of alleen over het dodenrijk, maar ook over "de dagelijkse hel van eenzaamheid, schaamte, verlatenheid en de worstelingen van het leven". Leo liet het hier echter niet bij een beweerde dat Christus "afdaalt in onze dagelijkse hellen" en "niet oordeelt". "Niet om te beschuldigen, maar om te redden. Hij doet dat rustig, op zijn tenen, zoals iemand die een ziekenhuiskamer binnengaat om troost en hulp te bieden."
Volgens de Katholieke Leer is Christus nochtans de Rechter over de levenden en de doden die beslist over hun eeuwige beloning of verdoemenis.
In de eigen woorden van Prevost:
The underworld, in the biblical conception [Kennelijk zijn er nog andere opvattingen die voor een Katholiek nochtans niet de minste relevantie hebben.], is not so much a place as an existential condition [Prevost ontkent hier dat de Helle een plaats zou zijn.]: that condition [Géén plaats, wél een 'omstandigheid'.] in which life is depleted, and pain, solitude, guilt and separation from God and others reign. Christ reaches us even in this abyss, passing through the gates of this realm of darkness. He enters, so to speak [Hij geeft hier géén beschrijving van de Helle, maar wel van de psychologische omstandigheden waarin bepaalde mensen zich kunnen bevinden.], in the very house of death, to empty it, to free its inhabitants, taking them by the hand one by one. It is the humility of a God who does not stop in front of our sin, who is not afraid when faced with the human being’s extreme rejection [Degenen die uit de Helle bevrijd werden 'verwierpen' God niet. Wat een onzin van die Prevost! Jezus heeft, evenals alle mensen, de dood gekend. Hij heeft zich met Zijn ziel bij hen gevoegd in het dodenrijk. Maar Hij is er nedergedaald als Verlosser en heeft er de Blijde Boodschap verkondigend aan de zielen die er waren gekerkerd.].
Dear friends, this descent of Christ does not relate only to the past [Prevost ontkent hier de uniciteit van het feit!], but touches the life of every one of us. The underworld is not only the condition of the dead, but also of those who live death as a result of evil and sin [Dit zijn totale leugens!]. It is also the daily hell of loneliness, shame, abandonment, and the struggle of life [Néén, dat is het helemaal niet!]. Christ enters into all these dark realities to bear witness to the love of the Father. Not to judge, but to set free. Not to blame, but to save. He does so quietly, on tiptoe, like one who enters a hospital room to offer comfort and help. [Volgens de Katholieke Leer is Christus de Rechter over de levenden en de doden die beslist over hun eeuwige beloning of verdoemenis. Het dodenrijk was de plek van degenen die gestorven en dood zijn voordat aan hen de Blijde Boodschap werd verkondigd. Het is géén 'toestand' waarin levenden zich nu in kunnen bevinden.]
The Fathers of the Church, in pages of extraordinary beauty, described this moment as a meeting: that between Christ and Adam. An encounter that is the symbol of all the possible encounters between God and man [Dus de ontmoeting tussen Christus en Adam was slechts SYMBOLISCH!!! Opnieuw ontkent Prevost een historisch feit!]. The Lord descends where man has hidden out of fear [De zielen in het dodenrijk zaten daar omdat dat de Wil van God was! Dit heeft niets met 'angst' te maken.], and calls him by name, takes him by the hand, raises him up, and brings him back to the light. He does so with full authority, but also with infinite gentleness, like a father with the son who fears that he is no longer loved [De woorden van Prevost zijn totale onzin! Beseft hij nu echt niet dat hij zich belachelijk maakt?].
In the eastern icons of the Resurrection, Christ is depicted breaking down the doors of the underworld, stretching out his arms and grasping Adam and Eve by the wrists. He does not save only himself; he does not return to life alone, but carries all of humanity with him [LEUGENS! LEUGENS! LEUGENS! Jezus Christus is niet nedergedaald ter Helle om de verdoemden te bevrijden, evenmin om de Hel van de verdoemden af te breken, maar om de RECHTVAARDIGEN te bevrijden (CKK 633).]. This is the true glory of the Risen One: it is the power of love, it is solidarity with a God who does not want to save himself without us [De woorden van, Prevost zijn regelrechte leugens!], but only with us. A God who does not rise again unless he embraces our miseries and lifts us up to a new life [Prevost verondersteld hier 'een nieuw leven' hier op aarde. Hij ontkent hier totaal de metafysische dimensie!].
Bron: Vaticaan
Link:
https://www.vatican.va/content/leo-xiv/en/audiences/2025/documents/20250924-udienza-generale.html
Prevost debiteert hier de ene ketterij na de andere!
Prevost ontkent hier onmiskenbaar één van de 12 artikelen van het Geloof.
Wat is de consequentie van het ontkennen van slechts één van de dogma's van de Kerk?
In antwoord op deze vraag is de Kerk héél duidelijk. Het ontkennen van zelfs maar één Waarheid van het Geloof scheidt een ziel van Christus en Zijn Kerk. Dit feit maakt die persoon tot een ketter. Hoewel zo iemand katholiek lijken kan, heeft hij het Geloof verloren en is hij van de Verlossing gescheiden, tenzij en totdat hij zich in alle welomschreven leerstellige kwesties aan de Kerk onderwerpt.
De ontkenning van slechts één Geloofsartikel maakt iemand dus tot een ketter en schuldig aan doodzonde, omdat de Heilige Schrift zegt: "Wie de hele Wet onderhoudt, maar op één punt zondigt, is schuldig aan alle". Een Geloofsartikel is een Geopenbaarde Waarheid die zo belangrijk en zo zeker is dat niemand haar kan ontkennen of eraan kan twijfelen zonder het getuigenis van God te verwerpen. De Kerk geeft heel duidelijk aan welke Waarheden Geloofsartikelen zijn, zodat we ze kunnen onderscheiden van vrome overtuigingen en tradities, zodat niemand schuldig kan zijn aan de zonde van ketterij zonder het te weten.
In de Rooms-Katholieke Kerk heeft ketterij een zeer specifieke betekenis. Iedereen die, na het ontvangen van de doop, terwijl hij in naam Christen blijft, hardnekkig één van de Waarheden ontkent of betwijfelt die geloofd moeten worden, wordt als een ketter beschouwd. Dienovereenkomstig moeten vier elementen worden geverifieerd om formele ketterij vast te stellen: (1) een eerdere geldige doop, die niet noodzakelijkerwijs in de Katholieke Kerk heeft plaatsgevonden; (2) een uiterlijke belijdenis van nog steeds Christen te zijn, anders wordt iemand een afvallige; (3) een regelrechte ontkenning of positieve twijfel aan een Waarheid die de Katholieke Kerk feitelijk als door God geopenbaard heeft vastgesteld; en (4) het ongeloof moet moreel schuldig zijn, wanneer een in naam Christen weigert te accepteren wanneer hij weet dat het een leerstellige verplichting is. Objectief gezien moet men dus, om in strikt canonieke zin een ketter te worden en uit de gelovigen te worden geëxcommuniceerd, een Waarheid ontkennen of in twijfel trekken die niet alleen op gezag van de Kerk wordt geleerd, maar op basis van het Woord van God, geopenbaard in de Heilige Schrift of de Heilige Traditie.
Een ketter die volhardt in hardnekkige ketterij, sluit zichzelf uit als lid van de Katholieke Kerk. Vervallen in de zonde van ketterij is een doodzonde en moet, zoals elke doodzonde, vóór de dood worden beleden en er moet berouw worden getoond. Gebeurt dit niet, dan zal de ziel verdoemd zijn. De ketter – net als de schismaticus, afvallige en heiden – maakt geen deel uit van de Katholieke Kerk.
De implicatie is dat iemand die in het Katholieke Geloof verenigd is met Onze Heer, alles moet verwerpen wat in strijd is met de Leer van Christus. Ware discipelen weigeren bijvoorbeeld om welke reden dan ook samen met andere religies te aanbidden. Zoals het Concilie van Carthago leerde: "Men mag niet bidden of psalmen zingen met ketters, en wie in contact komt met hen die van de gemeenschap van de Kerk zijn afgesneden, of het nu geestelijken of leken zijn, moet geëxcommuniceerd worden."
Beste Robert Francis Prevost, indien je een ketter, afvallige en ongelovige bent, dan heb je pech gehad, maar sleur anderen niet mee in je ongeluk en de verdoemenis!
Beste Robert Francis Prevost, nog één goede raad: "ROT OP!" en ga in één of andere vrijmetselaarsspelonk zitten waar je ongestoord kan orakelen in naam van de Satan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten