Uit de Catechismus van de Katholieke Kerk:
362 - De menselijke persoon, geschapen naar Gods beeld, is tegelijkertijd een lichamelijk en een geestelijk wezen.
363 - Dikwijls staat de term "ziel" in de heilige Schrift voor "het menselijk leven" of voor heel de menselijke persoon. Maar hij geeft ook aan wat het diepste wezen van de mens en het meest waardevolle in hem, en eveneens datgene waardoor hij in het bijzonder Gods beeld is: "ziel" betekent het geestelijk beginsel in de mens.
364 - Het lichaam van de mens heeft deel aan de waardigheid van "het beeld van God": het is een menselijk lichaam; juist omdat het bezield wordt door een geestelijke ziel en het de menselijke persoon die in zijn geheel bestemd is om in het lichaam van Christus de tempel van de Geest te worden.
365 - De eenheid van lichaam en ziel gaat zo diep dat men de ziel als de "vorm" van het lichaam moet beschouwen, d.w.z. dankzij de geestelijke ziel is het uit stof bestaande lichaam een menselijk en levend lichaam; geest en stof zijn in de mens geen twee met elkaar verenigde naturen, maar hun eenheid vormt een natuur.
366 - De Kerk leert dat iedere geestelijke ziel direct door God geschapen wordt: zij wordt niet "voortgebracht" door de ouders; de Kerk leert ons ook dat de ziel onsterfelijk is: zij vergaat niet na haar scheiding van het lichaam bij de dood en zij zal zich opnieuw met het lichaam verenigen bij de uiteindelijke verrijzenis.
Kortom,
Een ziel is een geest, die door God werd geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, om verenigd te worden met een lichaam.
De ziel is geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, doordat ze begaafd is met verstand en wil, en geroepen tot het bovennatuurlijk leven van de genade.
Een geest en dus een ziel is onzichtbaar en dus niet met de zintuigen waar te nemen, omdat een ziel niets in zich heeft dat onder de zinnen valt, en omdat een ziel op generlei wijze afhankelijk is van de stof.
De eenheid van lichaam en ziel gaat echter zo diep dat men de ziel als de "vorm" van het lichaam moet beschouwen.
Vandaar dat het ook logisch is dat in de kunst, een onzichtbare ziel volgens de conventies, als een 'mens' wordt voorgesteld.
Sint-Paulus in 1 Kor. 15
[47] De eerste mens [Adam], uit de aarde genomen, is aards; de tweede [Christus] is uit de hemel. [48] Op die eerste mens van aarde lijken alle aardse mensen, op de hemelse mens zullen alle hemelingen lijken. [49] En net zoals wij het beeld van de aardse mens hebben gedragen, zo zullen wij ook het beeld dragen van de hemelse mens.
De ziel is dus altijd de 'drager' van het beeld van de mens.
Het lijkt dan ook waarschijnlijk, dat er in de Hemel géén zintuiglijke waarneming bestaat, maar dat er een hogere vorm van waarneming heerst!
woensdag 28 november 2012
Waarom worden zielen in de kunst als 'mensen' voorgesteld?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten