zaterdag 19 april 2014
Stille Zaterdag: Christus daalt neer ter Helle...
In het Credo van de Apostelen is 'de helle' dus de plaats waar de rechtvaardige doden verzameld worden, zonder onderscheid; er staat “ad inferos”, van inferi, meervoud, “onderwereld”. Eerst later heeft het woord “hel” in onze taal de uitsluitende betekenis gekregen van de plaats der verdoemden.
Vóór de verlossing door Christus werden de zielen der vrome afgestorvenen nog niet tot de aanschouwing van God toegelaten. In afwachting van dat heuglijke ogenblik, werden zij in een deel van de “onderwereld” bijeen gehouden. Daar heeft Christus hen na zijn dood “bezocht” en hun de verlossing verkondigd die plaats vond bij de verrijzenis, toen Jezus’ ziel weer met zijn lichaam werd verenigd.
De Kerk ontleent het dogma aan de H. Schrift, waaruit men 1 Petrus 3, 19 als meest sprekende tekst aanhaalt. Deze tekst luidt, samen met vers 18: «Want ook Christus is voor onze zonden gestorven, de Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, om ons tot God te brengen. Gedood naar het vlees werd Hij levend gemaakt naar de geest, waarin Hij ook, naar de geesten in de kerker gaande, hun heeft gepredikt.» Onder “de geesten in de kerker” moeten de zielen der overleden rechtvaardigen worden verstaan, voor wie de toegang tot God in hun toenmalige toestand nog versperd was.
Een andere tekst is Handelingen 2, 27-31, waarin Psalm 16, 10 wordt aangehaald: «Want Gij zult mijn ziel niet aan het dodenrijk overlaten, noch uw vrome het bederf doen zien; Gij hebt mij de wegen van het leven doen kennen, Gij zult mij vervullen met vreugde voor Uw Aanschijn.» In de laatste tekst wordt een psalmvers toegepast op Christus. De vervulling van het Oude Testament in het Nieuwe, “volgens de Schriften”, zal bij een andere gelegenheid nog aan de orde komen.
Wij besluiten met vast te stellen dat de leer van de “nederdaling ter helle” duidelijk zijn oorsprong vindt in het Nieuwe Testament. Waar het in het dogma om gaat is, dat Christus aan de vrome afgestorvenen heeft laten weten, dat hun verlossing op handen was.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
De germaanssprekende volkeren kenden alleen voor de strijders een Walhalla; het rijk der doden, de onderwereld, een tamelijk nevelige en schimmige aangelegenheid, werd "helle" of "hel" genoemd, sterk verwand met de "Hades" van de oude Grieken.
Het begrip van het leven na de dood was bij alle indoeuropese volkeren niet zeer uitgesproken voorhanden; veel sterker daarentegen bij de volkeren aan de Zwarte Zee en dan in Kleinaziê (cfr. de orfische mysteries, zo ook bij F. Cumont), vandaar ook in Mesopotamiê, bij de Hebreeuwen en anderzijds bij de Pythagoreeêrs en de school van Plato.
Een andere fundamentele psalmvers hierover is Ps.48(49),16 waar in de Septuagint uitdrukkelijk "...ten psuchen ek cheiros hadou..." en in de vulgaat "...animam meam de manu inferi..." staat, waar "inferi" (gen.masc.sing.) voor "hadou" (idem v. Hades, de oudgriekse onderwereld en tegelijkertijd de koning ervan(="de broer van Zeus") staat.
De aangegeven psalmverzen werden reeds in het antieke christendom intensief gestudeerd (bvb. in het derde deel van het apokriefe Nicodemusevangelie), en in verbinding met de opwekking van Lazarus (met een fantastische aap-leeuwminiatuur in de Barberinipsalter )(Die Psalmen, Belserverlag, Stuttgart).
Uitdrukkelijk hiernaar werd gerefereerd in 1968(1969) in een driedelige meditatie over de Kruisdood, de gang in het rijk der doden en de Verrijzenis (Teil 2: Karsamstag), waar de intense en essentiêle verbinding van hoop en geloof benadrukt wordt.
De auteur: Joseph Ratzinger, later Kardinaal, Hoofd van de Congregatie van de Geloofsleer en natuurlijk Paus Benedictus XVI (Zeer mooi te lezen op www.kath.net op 20.04.2014)
De tranen liepen mij over het gezicht bij deze fantastisch-heldere, diepzinnig-ware, vernuftige en tegelijkertijd bijna mystieke zinnen.
We kunnen op onze blote knieên danken voor de kwaliteit van deze grote en heilige man!
Het is een echt antidoot bij al de rommel van kerknet, godfried en consoorten.
Een reactie posten