1. De illegale annexatie van de Oostenrijkse Nederlanden door de revolutionaire Eerste Franse Republiek
In 1794 werden de Oostenrijkse Nederlanden tijdens de Eerste Coalitieoorlog door de Eerste Franse Republiek veroverd en in 1795 geannexeerd. Na de illegale annexatie van onze gebieden door een moorddadig, dictatoriaal en revolutionair Frankrijk op 1 oktober 1795, werden de goederen van de kerkfabrieken genationaliseerd op grond van de decreten van 2-4 november 1789 en van 28 oktober - 5 november 1790, en een groot deel van de goederen werd verkocht.2. Het Concordaat van 1801
Na het Concordaat van 26 messidor jaar IX (15 juli 1801) tussen Napoleon Bonaparte en Paus Pius VII werden de niet-vervreemde genationaliseerde goederen ter beschikking gesteld van de kerkelijke overheid zonder dat eenduidig uitspraak werd gedaan over het eigendomsrecht van deze goederen. Hoe dan ook beschikt de kerkelijke overheid altijd over het recht van vruchtgebruik van deze goederen.3. De arresten van het Hof van Cassatie
Wat de kerkengebouwen betreft, werd door het Hof van Cassatie tot 1870 altijd voorgehouden, dat het eigendomsrecht aan de kerkfabrieken toekwam, maar in latere arresten heeft het Hof in bepaalde gevallen geoordeeld dat de kerken die na het Concordaat aan de kerkelijke overheid werden ter beschikking gesteld, eigendom zijn van de gemeenten.Er moet worden opgemerkt dat er meer historische jurisprudentie is die de kerken aan de kerkfabrieken toewijst, dan aan de gemeenten. Hoe dan ook stelde het Hof van Cassatie tot 1870 dat de kerken altijd het eigendom van de kerkfabriek waren.
4. Wat veranderde er dan in 1870 of wat veranderde er niet?
De Franse troepen die zich sinds 1849 in de Pauselijke Staten ophielden om deze te beschermen, werden in 1870 terugtrokken naar aanleiding van de Franse nederlaag in de Frans-Duitse Oorlog. Victor Emanuel II kon zo het gehele gebied, dat nog restte van de Pauselijke Staten, door middel van een illegale, militaire invasie veroveren. Echter, in 1871 erkende de bezetter van de Pauselijke Staten, het nieuwe Italië, de onschendbaarheid en de soevereiniteit van de Paus, maar wees deze geen territorium toe.De facto houden de Pauselijke Staten dan op te bestaan, de jure echter niet! De Heilige Stoel weigerde dus terecht de positie en bevoegdheid van de nieuwe Italiaanse overheid over de Pauselijke Staten wettelijk te erkennen.
De vraag stelt zich dan ook of de gebeurtenissen van 1870 het Concordaat van 1801 de jure / 'volgens het recht' buiten werking stelde, aangezien er de jure niets veranderde en aangezien de Belgische staat de facto geen betrokken partij was.
5. De Verdragen van Lateranen
Het dispuut tussen De Heilige Stoel en de Italiaanse republiek werd pas krachtens de Verdragen van Lateranen in 1929 door erkenning van de soevereiniteit van de Staat van Vaticaanstad opgelost. Sindsdien zijn de betrekkingen tussen de Staat van Vaticaanstad en de Italiaanse staat redelijk goed te noemen.Blijkbaar oordeelde het Belgische Hof van Cassatie dat door de opheffing van de Pauselijke Staten het Concordaat niet meer geldig was. De vraag kan gesteld worden of deze zienswijze correct was. Echter, met de Verdragen van Lateranen en de oprichting van de Staat van Vaticaanstad ontstaat er weer een nieuwe situatie: de soevereine Paus beschikt weer over een eigen onafhankelijk territorium.
De Verdragen van Lateranen erkennen expliciet de onafhankelijkheid en soevereiniteit van De Heilige Stoel. Dit betekent dat het Concordaat tussen Napoleon en Paus Pius VII nog steeds geldig is. Nog waarschijnlijker is, dat het Concordaat nooit opgehouden heeft te bestaan!
De vraag stelt zich dan ook of de gebeurtenissen van 1870 het Concordaat van 1801 de jure / 'volgens het recht' buiten werking stelde, aangezien er de jure niets veranderde en aangezien de Belgische staat de facto geen betrokken partij was.
6. De nationalisering van de kerkelijke goederen door het revolutionaire regime van de Franse bezetter was onwettig
Uit de nieuwe, nog te vellen arresten van het Hof van Cassatie zal moeten blijken welke interpretatie het Hof volgt aangaande het eigendomsrecht van de niet-vervreemde genationaliseerde goederen die na het Concordaat op 15 juli 1801 ter beschikking werden gesteld van de kerkelijke overheid.Het is onze inschatting dat wat de kerkengebouwen betreft, het eigendomsrecht weldegelijk aan de kerkfabrieken toekomt, aangezien de nationalisering van de goederen van de kerkfabrieken (en van de kloosters en de abdijen) door de buitenlandse, bezettende en vijandige overheid, namelijk de Eerste Franse Republiek, op grond van de decreten van 2-4 november 1789 en van 28 oktober - 5 november 1790, onwettig was.
7. Het legitieme verzet van de lokale bevolking tegen de Franse dictatuur
De onwettigheid van de beleidsdaden van de Franse bezetter, vooral dan de illegale annexatie van de Oostenrijkse Nederlanden en de illegale nationalisering van de kerkelijke goederen, wordt onderstreept door het verzet van de lokale bevolking. De beleidsdaden van de Franse bezetter werden zonder de minste inspraak van de plaatselijke bevolking op dictatoriale wijze doorgedrukt, aangezien de Franse bezetter de facto, doch illegitiem, alle eeuwenoude privaatrechtelijke en publieke gebruiken had afgeschaft.8. Het Verdrag van Campo Formio van 1797
Oostenrijk erkende het verlies van de Oostenrijkse Nederlanden pas met de Verdrag van Campo Formio in 1797. Het Verdrag van Campo Formio was een vredesverdrag dat op 17 oktober 1797 ondertekend werd door de vertegenwoordigers van Frankrijk (Napoleon Bonaparte) en van Oostenrijk (Graaf Ludwig von Cobenzl), in het plaatsje Campo Formio (tegenwoordig Campoformido). Het Verdrag bepaalde dat de Oostenrijkse Nederlanden in Franse handen kwamen.9. De rechtsgeldigheid van het Concordaat van 1801
Dit betekent dus dat de voormalige Oostenrijkse Nederlanden nu definitief een onderdeel werden van de Franse Republiek. Door het Verdrag van Campo Formio is het Concordaat van 1801 tussen Napoleon Bonaparte en Paus Pius VII dat bepaalde dat de niet-vervreemde genationaliseerde goederen aan de kerkelijke overheid werden teruggeven, ook in de voormalige Oostenrijkse Nederlanden rechtsgeldig.Opmerkelijk is dat het Concordaat van 1801 de soevereiniteit van de Paus erkent en de Paus zelfs directe zeggenschap geeft over de kerkelijke goederen in de Franse Republiek. Eigenlijk houdt dit een erkenning in van het Kerkelijk Recht dat dus weldegelijk van toepassing is op de kerkelijke goederen. Dit alles wordt door de latere Belgische wetgeving erkend.
5 opmerkingen:
Het enigste belang dat de gebeurtenissen van 1870 had was dat de Fransen eindelijk weg waren uit Italië, en dat Victor Emmanuel de macht nam en de Wet van 13 Mei 1871 kon invoeren die de Pauselijke Staten ophief. Dat heeft niets met het Concordaat van 1801 of de Fransen te maken. Een Italiaanse wet heeft geen rechtsgeldigheid buiten Italië. Een Italiaanse wet zal zeker geen concordaat tussen de Pontif en een Frans staatshoofd ongedaan maken. Het verdrag van Lateranen is alleen de herroeping van de Italiaanse wet van 1871, (expliciet in het Verdrag van Lateranen). Lateranen is dan ook niet de herbevestiging van het Concordaat van 1801 – opnieuw, de twee hebben niets met elkaar te maken. Zelfs als deze Italiaanse wet van 1871 elders toegepast zou zijn geweest, zou het Verdrag van Lateranen elders deze toepassing ook ongedaan maken.
De Pontif had deze wet nooit erkend en vergeet niet dat een Concordaat de jure alleen verbroken kan worden door wederzijdse instemming van de partijen die het concordaat ondertekend hebben. Aangezien dit nooit gebeurd is, is er in 1871, of met Lateranen niets veranderd. Daarenboven:
Zij die voordeel uit de gebeurtenissen van 1870 proberen te halen vergeten het belang van het Congres van Wenen waar pauselijk gezant; Kardinaal Staatsecretaris Ercole Consalvi, ervoor gezorgd heeft dat de inhoud van het Concordaat van 1801 ook in het Verdrag van Parijs (1814) opgenomen is, zodat het Concordaat van 1801 vanaf toen (en nog steeds) internationale erkenning genoot. Dit is heel belangrijk, want aangezien Napoleon Bonaparte persona non grata geworden was, zou men wel eens kunnen beweren dat het Concordaat van 1801 ongeldig is.
Ondanks de secularisatie van Europa (of de herverdeling van gebieden onder de ‘soevereinen’) op het Congres van Wenen, is de Paus er goed uitgekomen. De 19de E. zag een nieuwe wereld, de wereld was groter geworden, en men kan het nut van de rol van de H. Roomse Keizer in die wereld betwisten. De H. Roomse Keizer was ook maar iemand die de helft van de pauselijke macht voor zich eiste. In het licht van de verinternationalisering van die wereld heeft Kardinaal Consalvi ook kunnen bewerkstelligen dat elke pauselijke nuntius in een land ook de decaan van het diplomatiek corps van dat land is. De Primus Inter Pares en vertegenwoordiger van het diplomatiek corps. In vele landen is dit nog zo. In Nieuw Zeeland is de Nuntius - diplomatiek gezien - zelfs belangrijker dan de eerste minister. Als je dat in één klap voor de hele wereld kan waarmaken, dan heb je geen nood meer aan een H. Roomse Keizer die maar over een stukje Europa heerst, die nu en dan heel domme dingen deed en soms allianties smeedde met partijen die de paus vijandig gezind waren. Ik zeg niet dat de paus Napoleon achter de H. Roomse Keizer aan gestuurd heeft – dat zijn de Engelsen geweest. Maar ik denk wel dat de Paus de H. Roomse Keizer niet gemist heeft, ook al hadden de twee een concordaat dat eeuwenlang heel goed gefunctioneerd heeft.
Kwesties en discussies over de legitimiteit van verdragen of concordaten ontstaan alleen onder invloed van de vrijmetselarij die op eigen houtje of via parlementen bepaalde wetten invoeren. De huidige discussies over het eigendomsrecht van het kerkelijk vastgoed zijn daar een voorbeeld van. De vrijmetselarij knaagt constant via het ‘democratische’ systeem aan de soevereiniteit van de Pontif – en elke ander soeverein voor dat part. (Victor Emanuel was een medeoprichter van Propaganda Due – moet er nog zand zijn)
Het bestuur in Frankrijk is mogelijkerwijs nog meer door de vrijmetselarij bepaald. Zie de Franse wet van 1905, (Scheiding tussen Kerk en Staat – of liever de her-confiscatie van de kerkelijke goederen) vanwege vrijmetselaar par excellence president Émile Loubet, die het presidentschap aan de vrijmetselarij verkocht heeft. Ze kunnen de Paus maar niet gerust laten. Ook deze wet is tegenstrijdig met het Concordaat van 1801 en het Verdrag van Parijs (1814) en daarom illegaal.
Dit neemt niet weg dat illegale wetten bestaan en rechtbanken, de politie of het leger kunnen deze wetten implementeren ondanks hun illegitimiteit. Twijfel er niet aan, het herbestemmen van kerken en opheffen van de kerkfabrieken in België is een agendapunt van de vrijmetselarij om naar Frans voorbeeld, een Belgische versie van de Franse wet van 1905 door te drukken.
Maar laten we bidden voor de bisschoppen, opdat zij mogen beseffen dat de staat het kerkelijk vastgoed helemaal niet wil confisqueren, omdat ze er niets mee kunnen doen, en dat de staat het argument van confiscatie - of eufemistisch “herbestemming” genoemd - alleen hanteert om de kerkelijke leiding onder druk te zetten, toegevingen te doen, die de eredienst of geloofsleer aangaan. De kerkelijke leiding heeft uiteindelijk niets te vrezen.
Tja, dat is waarschijnlijk allemaal waar. Eigenlijk, de overheid zal een probleem met de herconfiscatie van de kerkgoederen hebben, anders zouden ze het al gedaan hebben. Nu probeert de overheid via subversieve methodes de publieke opinie te manipuleren, de bisschoppen onder druk te zetten, in de hoop dat de Kerk (met hoofdletter) vanzelf omvalt... Maar eigenlijk, heeft Boourgeois en trawanten geen been om op te staan.
Heiligschennende tentoonstelling "Drievuldigheden" in Sint-Michielskerk (Leuven) van Bart Ramakers die bekend is voor zijn pornografische "kunstwerken" die in ontwijde Vlaamse kerken gemaakt zijn.
http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=BLIVA_20121004_002
Een van de SCHOKKENDE voorbeelden van de satanistische foto's van Ramakers:
http://www.flickr.com/photos/basforever/5176429404/in/set-72157606384676960
Een reactie posten