dinsdag 26 juni 2012
zondag 24 juni 2012
zaterdag 23 juni 2012
maandag 18 juni 2012
zondag 17 juni 2012
Young Men of Faith: 5 Katholieke Martelaren
Polen, september 1939, de Duitse vijand begint zijn meedogenloze veroveringsmars en prepareert het oorlogstheater voor Wereldoorlog II.
Op 1 september 1939 viel Hitler Polen binnen en begon zo de Tweede Wereldoorlog.
Het Salesiaanse huis in Poznan, in de Wroniecka-straat, werd bezet en in een kazerne voor Duitse soldaten omgevormd.
De jonge mensen van het huis bleven echter samenkomen in de bossen buiten de stad en in de stadsparken. Zo ontstonden er een aantal 'geheime' verenigingen.
In september 1940 werden Francis Kesy (20 jaar) en 4 compagnons van het oratorium van Don Bosco gearresteerd en beschuldigd van lidmaatschap van een verboden organisatie.
Zij werden overgebracht naar het sinistere Fort VII in de buurt van Poznan. Daarna werden ze eerst naar de Neukoln-gevangenis en later naar de Zwickau-gevangenis verplaatst.
Daar werden ze ondervraagd, gemarteld en tot dwangarbeid veroordeeld.
Twee notities laten zien, dat we te maken hebben met 'Reuzen van de geest':
"God alleen weet wat wij lijden."
"Gebed was onze enige steun in de donkerste nachten en dagen."
"God heeft ons dit kruis gegeven, en Hij geeft ons de kracht om het te dragen."
Ze baden de hele tijd de rozenkrans en de novenen van Don Bosco en Maria-Hulp-der-Christenen, het ochtend- en het avondgebed.
Indien het mogelijk was, vierden ze vreugdevol de liturgische feesten in hun cel.
Hun Geloof wankelde nooit!
Ze bleven geloofwaardige getuigen tot het einde.
Ze werden ter dood veroordeeld wegens 'hoogverraad' op 1 augustus 1942.
De uitspraak werd gevolgd door een langdurige stilte totdat één van de vijf uitriep: "Uw Wil geschiede!"
Ze werden gewoon veroordeeld voor het feit dat ze tot Katholieke organisaties behoorden, die ervan verdacht werden, dat ze aanleiding zouden kunnen geven tot het ontstaan van verzetsbewegingen.
Voordat zij stierven, waren ze in staat om naar hun ouders te schrijven.
Bij het lezen van deze zinnen staat men verbaasd als voor de echt 'grote' mensen.
Als voorbeeld zijn er de woorden die door Francis werden geschreven:
"Mijn lieve ouders, broers en zusters, de tijd is gekomen om afscheid te nemen op 24 augustus, de dag van Maria-Hulp-der-Christenen. Moge de Goede God mij naar Hemzelf geleiden. Heb geen spijt dat ik deze wereld zo jong zal verlaten. Ik ben nu in een staat van genade. Ik ga naar de hemel. Daar zal ik tot God bidden... Bid soms ook voor mij... Ik ga nu."
Ze werden meegenomen naar de binnenplaats van de gevangenis van Dresden en met een bijl onthoofd.
zaterdag 16 juni 2012
dinsdag 12 juni 2012
Moeder Teresa van Calcutta
Jezus zei: "Ik ben de Waarheid"
en het is uw en mijn plicht
om de Waarheid te spreken.
Dan is het aan de persoon die
het hoort om het te accepteren
of af te te wijzen.
maandag 11 juni 2012
zaterdag 9 juni 2012
Per ipsum, et cum ipso, et in ipso, est tibi Deo Patri omnipotenti, in unitate Spiritus Sancti, omnis honor et gloria per omnia saecula saeculorum. Amen.
Door Hem, en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de Heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.
vrijdag 8 juni 2012
woensdag 6 juni 2012
dinsdag 5 juni 2012
maandag 4 juni 2012
De Heilige Franciscus Caracciolo
De Heilige Franciscus Caracciolo (Villa Santa Maria, 1563 - Agnone, 4 juni 1608) was de stichter van de orde van de Mindere Reguliere Geestelijken.
Franciscus, in zijn jeugd Ascanius geheten, werd geboren in Villa Santa Maria in de Abruzzen uit het adellijke geslacht Caracciolo. Tijdens een zware ziekte in zijn jeugd besloot hij zijn leven in dienst te stellen van God en de naasten. Daarom trok hij naar Napels en na zijn priesterwijding wijdde hij zich geheel aan het gebed en aan de zielzorg. Ter dood veroordeelden konden altijd op zijn steun rekenen.
Hij sloot zich aan bij Johannes Augustinus Adorno en zijn broer Fabricius Caracciolo en stichtte de orde van de Mindere Reguliere Geestelijken. Naast de drie gebruikelijke geloften van armoede, gehoorzaamheid en zuiverheid, moesten zij beloven niet naar kerkelijke waardigheden te streven. Na de dood van Adorno bestuurde Franciscus deze orde en verbreidde haar over Italië en Spanje.
Voor de Eucharistie had hij zo'n vurige liefde dat hij bijna hele nachten in aanbidding doorbracht. Hij stelde vast dat deze vrome praktijk altijd het waarmerk van zijn orde moest blijven. Hij overleed 44 jaar oud op 4 juni 1608 te Agnone in de Abruzzen aan een slopende koorts.
Franciscus, in zijn jeugd Ascanius geheten, werd geboren in Villa Santa Maria in de Abruzzen uit het adellijke geslacht Caracciolo. Tijdens een zware ziekte in zijn jeugd besloot hij zijn leven in dienst te stellen van God en de naasten. Daarom trok hij naar Napels en na zijn priesterwijding wijdde hij zich geheel aan het gebed en aan de zielzorg. Ter dood veroordeelden konden altijd op zijn steun rekenen.
Hij sloot zich aan bij Johannes Augustinus Adorno en zijn broer Fabricius Caracciolo en stichtte de orde van de Mindere Reguliere Geestelijken. Naast de drie gebruikelijke geloften van armoede, gehoorzaamheid en zuiverheid, moesten zij beloven niet naar kerkelijke waardigheden te streven. Na de dood van Adorno bestuurde Franciscus deze orde en verbreidde haar over Italië en Spanje.
Voor de Eucharistie had hij zo'n vurige liefde dat hij bijna hele nachten in aanbidding doorbracht. Hij stelde vast dat deze vrome praktijk altijd het waarmerk van zijn orde moest blijven. Hij overleed 44 jaar oud op 4 juni 1608 te Agnone in de Abruzzen aan een slopende koorts.
zondag 3 juni 2012
De Vera Praesentia Corporis Christi in Sacramento Eucharistiae = Over de Werkelijke Lichamelijke Tegenwoordigheid van Christus in het Sacrament van de Eucharistie
Het leerstuk van de Werkelijke Tegenwoordigheid stelt dat Jezus Christus werkelijk tegenwoordig komt en blijft onder de gedaante van brood en wijn tijdens de viering van de Heilige Mis.
Het geloof in de Werkelijke Tegenwoordigheid is gebaseerd op het Evangelie, waarin beschreven staat hoe Christus op de avond voor Zijn dood de woorden uitsprak "Dit is Mijn Lichaam." (Matteüs 26:26) en "Dit is Mijn Bloed" (Matt. 26:28). Men vindt het reeds terug bij de Apostolische Vaders Ignatius van Antiochië en Justinus de Martelaar alsook bij de Kerkvaders Johannes Chrysostomus (de proditione Judae) en Ambrosius (de mysteriis) en het werd bevestigd door het Concilie van Trente (1545–1563).
In een kerk getuigt de godslamp van Christus' Werkelijke Tegenwoordigheid in de geconsacreerde Heilige Hostie, ook ná de viering van de Mis, die in het tabernakel wordt bewaard.
De encycliek Ecclesia de Eucharistia legt voorts een accent op de werkelijkheid van de aanwezigheid van Jezus Christus onder de gedaanten van Brood en Wijn (realis praesentia): niet omdat andere wijzen van aanwezigheid van de Heer niet werkelijk zouden zijn, maar omdat het hier gaat om aanwezigheid in de meest volledige en uitmuntende betekenis (“per excellentiam”): een substantiële tegenwoordigheid wat uitgedrukt wordt in de term 'transsubstantiatie'. Wat deze uitdrukking betekent, heeft paus Paulus VI in zijn encycliek Mysterium Fidei onder woorden gebracht: dat brood en wijn er na de Consecratie niet meer zijn, zodat vanaf dat moment het Lichaam en Bloed van Jezus werkelijk aanwezig zijn onder de sacramentele gedaanten van Brood en Wijn.
Het geloof in de Werkelijke Tegenwoordigheid is gebaseerd op het Evangelie, waarin beschreven staat hoe Christus op de avond voor Zijn dood de woorden uitsprak "Dit is Mijn Lichaam." (Matteüs 26:26) en "Dit is Mijn Bloed" (Matt. 26:28). Men vindt het reeds terug bij de Apostolische Vaders Ignatius van Antiochië en Justinus de Martelaar alsook bij de Kerkvaders Johannes Chrysostomus (de proditione Judae) en Ambrosius (de mysteriis) en het werd bevestigd door het Concilie van Trente (1545–1563).
In een kerk getuigt de godslamp van Christus' Werkelijke Tegenwoordigheid in de geconsacreerde Heilige Hostie, ook ná de viering van de Mis, die in het tabernakel wordt bewaard.
De encycliek Ecclesia de Eucharistia legt voorts een accent op de werkelijkheid van de aanwezigheid van Jezus Christus onder de gedaanten van Brood en Wijn (realis praesentia): niet omdat andere wijzen van aanwezigheid van de Heer niet werkelijk zouden zijn, maar omdat het hier gaat om aanwezigheid in de meest volledige en uitmuntende betekenis (“per excellentiam”): een substantiële tegenwoordigheid wat uitgedrukt wordt in de term 'transsubstantiatie'. Wat deze uitdrukking betekent, heeft paus Paulus VI in zijn encycliek Mysterium Fidei onder woorden gebracht: dat brood en wijn er na de Consecratie niet meer zijn, zodat vanaf dat moment het Lichaam en Bloed van Jezus werkelijk aanwezig zijn onder de sacramentele gedaanten van Brood en Wijn.
De Heilige Eucharistie
De Heilige Eucharistie
De Heilige Eucharistie is het offer en het Sacrament waarin Jezus Christus zelf, onder de gedaante van brood en wijn, tegenwoordig is, geofferd wordt en genuttigd.
In de Heilige Eucharistie is Jezus-Christus zelf waarlijk en wezenlijk tegenwoordig, met Zijn godheid en Zijn mensheid, met Zijn ziel en Zijn lichaam, zoals Hij nu verheerlijkt in de hemel is.
Jezus Christus wordt tegenwoordig gesteld in de Heilige Eucharistie door de woorden van de Consecratie, die het brood veranderen in het lichaam van Jezus Christus, en de wijn in Zijn bloed.
Voor de Consecratie is op het altaar alleen brood en wijn.
Na de Consecratie is op het altaar de gehele Christus onder de gedaante van brood, en de gehele Christus onder de gedaante van wijn.
Aan de Heilige Eucharistie moeten wij de goddelijke eer of aanbidding bewijzen, omdat Jezus Christus, die daarin tegenwoordig is, waarlijk God is.
De Heilige Eucharistie als Offer of het Misoffer
De Mis is het onbloedig Offer van het Nieuw Verbond, waarin Jezus Christus, door de bediening van de priester, zichzelf slachtoffert aan God de Vader en Hem Zijn lichaam en Zijn bloed onder de gedaanten van brood en wijn, opdraagt.
In de Mis slachtoffert Christus zich op onbloedige wijze en door de bediening van de priester.
Jezus Christus offert zichzelf op aan God de Vader op het ogenblik van de Consecratie, wanneer het brood en de wijn veranderd worden in Zijn lichaam en Zijn bloed.
De beste manier om Mis te horen is, aandachtig te volgen wat er aan het altaar geschiedt, samen met de priester het goddelijk offerlam op te dragen, en zich te verenigen met Jezus Christus door een sacramentele of ten minste een geestelijke communie.
De Heilige Eucharistie als Sacrament
Het Heilig Sacrament des Altaars is het Sacrament waarin Jezus Christus, onder de gedaanten van brood en wijn, waarlijk tegenwoordig is, en door ons genuttigd wordt als een waarachtige Spijs voor onze ziel.
Om waardig te communiceren moet men in staat van genade zijn; ook moet men nuchter zijn, dit is één uur voor de communie niets gegeten en gedronken hebben, uitgenomen water en geneesmiddelen.
Wie er zich van bewust is een doodzonde bedreven te hebben, moet, alvorens te communiceren, te biechten gaan en de absolutie bekomen.
De Heilige Eucharistie is het offer en het Sacrament waarin Jezus Christus zelf, onder de gedaante van brood en wijn, tegenwoordig is, geofferd wordt en genuttigd.
In de Heilige Eucharistie is Jezus-Christus zelf waarlijk en wezenlijk tegenwoordig, met Zijn godheid en Zijn mensheid, met Zijn ziel en Zijn lichaam, zoals Hij nu verheerlijkt in de hemel is.
Jezus Christus wordt tegenwoordig gesteld in de Heilige Eucharistie door de woorden van de Consecratie, die het brood veranderen in het lichaam van Jezus Christus, en de wijn in Zijn bloed.
Voor de Consecratie is op het altaar alleen brood en wijn.
Na de Consecratie is op het altaar de gehele Christus onder de gedaante van brood, en de gehele Christus onder de gedaante van wijn.
Aan de Heilige Eucharistie moeten wij de goddelijke eer of aanbidding bewijzen, omdat Jezus Christus, die daarin tegenwoordig is, waarlijk God is.
De Heilige Eucharistie als Offer of het Misoffer
De Mis is het onbloedig Offer van het Nieuw Verbond, waarin Jezus Christus, door de bediening van de priester, zichzelf slachtoffert aan God de Vader en Hem Zijn lichaam en Zijn bloed onder de gedaanten van brood en wijn, opdraagt.
In de Mis slachtoffert Christus zich op onbloedige wijze en door de bediening van de priester.
Jezus Christus offert zichzelf op aan God de Vader op het ogenblik van de Consecratie, wanneer het brood en de wijn veranderd worden in Zijn lichaam en Zijn bloed.
De beste manier om Mis te horen is, aandachtig te volgen wat er aan het altaar geschiedt, samen met de priester het goddelijk offerlam op te dragen, en zich te verenigen met Jezus Christus door een sacramentele of ten minste een geestelijke communie.
De Heilige Eucharistie als Sacrament
Het Heilig Sacrament des Altaars is het Sacrament waarin Jezus Christus, onder de gedaanten van brood en wijn, waarlijk tegenwoordig is, en door ons genuttigd wordt als een waarachtige Spijs voor onze ziel.
Om waardig te communiceren moet men in staat van genade zijn; ook moet men nuchter zijn, dit is één uur voor de communie niets gegeten en gedronken hebben, uitgenomen water en geneesmiddelen.
Wie er zich van bewust is een doodzonde bedreven te hebben, moet, alvorens te communiceren, te biechten gaan en de absolutie bekomen.
zaterdag 2 juni 2012
vrijdag 1 juni 2012
Vier minuten over het Concilie, de Traditie van de Katholieke Kerk en de toekomst
"Eén van de redenen waarom Johannes XXIII het Concilie opende, en hij praat erover in zijn openingsrede, is om een 'nieuwe taal' te vinden om beter 'contact te maken' met de moderne wereld. Maar, de grote vraag is of we écht die nieuwe taal, die 'contact maakt' met de moderne wereld, gevonden hebben?"
"Paulus VI praatte over de offers, die we zouden moeten brengen in verband met de vele dingen die ons dierbaar waren in onze eigen Katholieke Cultuur, als onderdeel van het aanpassingsproces aan de moderne wereld in de jaren '60. Nu zijn we 50 jaar later en wij realiseren ons dat het tijd is om sommige dingen van onze Katholieke erfenis te recuperen."
"Ik groeide op in een generatie die super gediciplineerd was door de Depressie en de Tweede Wereldoorlog. Ook de Kerk had vele elementen van die vroeg 20ste eeuwse wereld die erg gediciplineerd was en in haar aanpak van vrijwel alles zelfs vrij militaristisch was. Dus, mijn generatie en de mensen die nog een beetje ouder zijn dan ik, reageerden. En 'liefde', 'plezier' en 'vrede' werden de grote wachtwoorden. En zij reageerden eigenlijk tegen de generatie van hun ouders."
"En ik denk dat de revolutie binnen de Katholieke Kerk vooral voor rekening komt van de clerus en niet zozeer voor rekening van de leken. De clerus gooide het habijt af en gooiden hun regels overboord. Velen gingen in privéhuizen wonen. Maar, de jongere generatie lijkt niet erg geïnteresseerd te zijn in deze formule."
"Jonge mensen, die groot geworden zijn met ouders die 'vrijer' leefden, om het zo te zeggen, hebben als gevolg hiervan op vele gebieden nadeel geleden. Ze leden onder instabiliteit, aangezien ze vaak gescheiden ouders hebben. Je hebt dus nu een generatie die op zoek is naar méér engagement en grotere zekerheden. En merkwaardig genoeg ook méér discipline en een duidelijkere Leer."
"Voor jonge mensen is 'moderniteit' nu ouderwets. Ze kunnen omgaan met de veeleisendere liturgie van onze Roomse Traditie. De oude Mis en het Latijn van de oude Mis helpen zowel de priester als de leken om meer te begrijpen van de theologie van de Kerk in verband met de Latijnse Mis, die rechtstreeks terug gaat tot de derde eeuw."
"We zijn nu weer opnieuw bij een keerpunt. De jongere generatie priesters en seminaristen zijn op zoek naar hun tradities, omdat ze ze nodig hebben."
"De Kerk moet écht met de tijd meegaan en zich realiseren dat hun mensen en vooral de jonge mensen gesofisticeerder zijn dan in het verleden en dat zij op zoek zijn naar iets van een hoger niveau. En ik denk dat dat verband houdt met de rijkdom en de traditie van de laatste 2.000 jaar."
Father Joseph Kramer
Priesterbroederschap van Sint-Petrus
Abonneren op:
Posts (Atom)