"Tenslotte moeten priesters oppassen om zich niet volledig over te geven aan activisme en andere uiterlijkheden van hun ambt. Door een dergelijk onvoorzichtig gedrag tentoon te spreiden, door langzaamaan de ziel te verarmen, is men niet langer in staat om te werken voor het welzijn van de parochie en van het bisdom. Dit veroorzaakt ook ernstige schade in verband met de roepingen tot het priesterschap. Want hoe zullen jonge mannen de ernst van het priesterambt begrijpen als ze niet in priesters een voorbeeld van perfectie zien, dat ze zouden willen imiteren?"
"Daarom mogen priesters niet vergeten, om een voorbeeld van perfect gedrag te stellen, en dat de belangrijkste activiteiten van hun missie zijn: [1] om het Offer van het Altaar waardig op te dragen; [2] om het Woord van God te verkondigen; [3] om de Sacramenten toe te dienen; [4] om in de buurt van de zieken te zijn, in het bijzonder de stervenden; [5] om het Geloof aan de onwetenden te onderwijzen. Al de rest dat niet relevant is voor deze activiteiten moet aan de kant worden geschoven of hooguit getolereerd."
"Videant denique sacerdotes, ne sacri ministerii agitationi atque externis operibus totos se dedant. Huiusmodi inconsultum agendi studium, cum animum ad egestatem pedetemptim conducat, non paroeciae bonum neque multiplex dioecesis procuranda utilitas comprobare potest. Idque non sine gravi quoque sacerdotii candidatorum detrimento contingere potest. Quomodo enim adulescentes aequa aestimatione sacerdotalis officii perpendant gravitatem, si in sacerdotes oculos conicientes, exinde perfecti exempli formam sumere nequeant, quam imitentur?"
"Ad quam quidem perfectam formam moribus exprimendam, sacerdotes probe meminerint, praecipuas sui muneris partes has esse: altaris Sacrificium digne offerre, verbum Dei nuntiare, Sacramenta ministrare, adesse infirmis praesertim morituris, ignaros fidei erudire; cetera, quae ad haec officia non pertineant, posthabenda esse vel summum toleranda."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten